Kasteel Heukelum

Kasteel Heukelum, vanouds genaamd Merckenburg, is gelegen aan de Linge even buiten de oude vestingstad Heukelum op de grens van Gelderland en Zuid Holland. De eerste vermeldingen van dit oude slot dateren uit de middeleeuwen. Het was de familie van Arkel die het huidige kasteel liet optrekken kort voor het jaar 1286. Het werd een enorm bouwwerk met torens, een binnenplaats, dubbele gracht           en een voorburcht.

gravure  
groot kasteel gravure.


De heren van Arkel kwamen voort uit het geslacht Van der Lede die hun 12e -eeuwse motte kasteel, een houten burcht op een heuvel, aan de andere zijde van de Linge hadden liggen vlakbij Leerdam. In de 13e eeuw ontstonden de eerste bakstenen kastelen in de Nederland. In korte tijd werden er duizenden gebouwd, het nabijgelegen dorpje Herwijnen bezat er al vier ! Er waren meer kastelen dan kerken. De kastelen dienden om het net ontgonnen boerenland te beschermen en de plaatselijke heer onderdak te verschaffen.

In de 13 e eeuw waren de stadjes Heukelum en Asperen van één heer. Otto van Arkel. Tussen deze twee steden in bouwde Otto zijn burcht. De legende wil dat Otto op kruisvaart een visioen kreeg toen hij sliep onder de muren van het belegerde Jeruzalem. “Gaat heen en bouw uw slot waar deze zwaan u brengt” sprak de Aartsengel Gabriel tot hem. Hij volgde een witte zwaan en waar hij nestelde bouwde Otto zijn slot. Als dank liet hij een vergulde zwaan op de hoogste toren plaatsen. Nog steeds siert deze zwaan Heukelums toren
maar daarover later meer.

De leden van het geslacht van Arkel wisten zich in enkele generaties op te werken tot een machtsfactor van betekenis. Maar er was regelmatig strijd met de machtige Graven van Holland in het westen, de Bisschop van Utrecht in het noorden en de Hertogen van Gelre in het oosten. De macht van de Arkels werd gebroken tijdens de Arkelse oorlog die duurde van 1401 tot 1412. Acht van hun burchten werden verwoest zoals Everstein en Hagestein onder Utrecht, maar ook het grote slot in Gorinchem aan de Merwede werd verwoest en afgebroken. Enkel het kasteel in Heukelum bleef getuigen van dit eigenzinnige en dappere geslacht dat ook voorkomt in het oud Hollandse rijmpje over de vier machtigste families in de middeleeuwen.

Brederode, de edelste
Wassenaar, de oudste
Egmond, de rijkste
Arkel, de stoutste

Heukelum was ten tijde van deze heren en vrouwen een hoge heerlijkheid. Een ministaatje met onder andere, eigen munt, rechtspraak (halsrecht), windrecht, zwanendrift en collatierecht. Via vererving kwam de Heerlijkheid na de Arkels in het bezit van de familie de Thiennes, graven van Rumbeke.Een familie met haar hoofdzetel in het Belgische plaatsje Rumbeke.

In 1672, het rampjaar, trokken de troepen van Lodewijk XIV op naar Holland. Tegengehouden door de toen inderhaast ingerichte waterlinie plunderden en verbrandden deze alle bouwwerken ten zuiden van deze tijdelijke grens. Ook Heukelum, inmiddels een verouderde vesting, onderging dit lot. Het onverdedigde kasteel en de stad liepen zware schade op. Volgens de legende voorkwam een wonder dat de middeleeuwse poorttoren werd geslecht.

De Franse generaal Henri Turenne die toezag toe hoe zijn manschappen het kasteel plunderden en delen van de muren omtrokken was geroerd toen deze zag hoe de zwaan, die als windwijzer altijd de toren had gesierd, plots voor zijn voeten landde. Zonder een spatje modder op zijn koperen veren. Hij beval dat de toren gespaard moest blijven en het was deze gevallen zwaan die Jonkheer van Riemsdijk in 1921 terugvond bij een oude eik in het park. Inmiddels staat de zwaan weer op de toren.

In 1732 werd de Heerlijkheid met de vervallen toren gekocht door Johan van der Stel. Oud Gouverneur van Ambon en kleinzoon van Simon van der Stel, 2e Gouverneur van Kaap de goede hoop. Hij en zijn broer Simon werden de nieuwe bewoners van Heukelum.
Tegen de oude toren bouwden zij een voor die tijd modern dubbel Amsterdams grachtenhuis. Het is dit huis wat wij tegenwoordig zien. Een lange gang in het midden met links en rechts kamers.

In 1788 werd na het overlijden van Simon van der Stel de Heerlijkheid verkocht aan de familie van Gennep. Deze deden huis en Heerlijkheid op hun beurt in 1813 over aan Jonkheer Fabricius. Het waren roerige tijden. Tijdens de omwenteling in 1795 werden de heerlijke rechten afgeschaft en werd van Gennep een “gewoon” burger. Deze voor hem onaangename brief die hij ontving van het stadsbestuur wordt nog altijd op het huis bewaard. De grote vergulde wapenschilden uit de kerk, gemaakt ter gelegenheid van huwelijken werden niet zoals elders verbrand maar naar het kasteel gebracht en sieren sindsdien de gang van het kasteel. Onderscheidingstekenen zoals familiewapens waren niet meer toegestaan in het openbaar na 1795. De erven van Der Stel kregen te horen dat zij de arduinstenen wapens van de poortzuilen dienden te kappen. Tot op heden zijn deze stenen glad. Een nog altijd zichtbaar spoor van de toenmalige klassenstrijd ! Zoals vermeld bezat de heerlijkheid het Halsrecht. Hier is voor het laatst gebruik van gemaakt in 1772 toen Hendrik van der Sar veroordeeld werd tot de dood omdat hij ter afdekking van zijn inbraak brand gesticht had in het oude stadje. Meer dan 150 huizen werden verwoest. Niemand was hiervoor verzekerd en Heukelum verviel in grote armoede. Van der Stel maakte daarom korte metten met hendrik ! De met goudleer bekleedde stoel waarop toen recht gesproken werd staat nog altijd op het huis. Volgens de overlevering zouden zijn laatste resten nog in de kasteelgevangenis liggen, bang als men was dat hij na zijn dood terug zou komen.

Mr Adriaan Cornelis Fabricius, vrederechter uit Amsterdam, mocht zich in 1813 de nieuwe eigenaar noemen van kasteel Heukelum. Een inmiddels sterk verouderd huis uit 1734. Adriaan, of AC zoals hij bij ons heet, liet in 1821 alle ramen vernieuwen. Geheel volgens de laatste mode. Dat wil zeggen met grote 8 dan wel 6 ruits vensters in plaats van de gebruikelijke kleine ruitverdeling. Het rijke rococo snijwerk op de poorttoren moest plaatsmaken voor een nieuwe omlijsting in strakke empirevormen. Ook het interieur werd aangepakt. De 2 salons aan de voorzijde kregen een modern stuc plafond. Als gevolg van grote zettingen in de fundering moesten alle schouwen vernieuwd worden. De appelkelder kreeg een overkluizing met gewelven en er werd door aannemer Peek uit Amsterdam een bijzondere parketvloer aangebracht in de grote zaal. Deze grote zaal behield echter zijn oorspronkelijke wandbespanning van beschilderd grof geweven linnen.

De familie Fabricius heeft veel voor Heukelum gedaan. Freule Clara Fabricius liet de stad in 1928 nog een enorm fortuin na. 10.000 gulden ten behoeve van de herbouw van de kerktoren die in de 17e eeuw als gevolg van een brand was ingestort. Tevens liet zij het interieur van de kerk uit ruime beurs restaureren en verrees er op haar kosten een nieuwe pastorie. Het Frans Hals Museum in Haarlem werd in 1888 verrijkt met een schenking van maar liefst 116 schilderijen waaronder vele van grote meesters zoals Frans Hals.

Tot 1988 behielden de erfgenamen van Fabricius het eigendom van de Heerlijkheid. Een bijzondere en eigenzinnige bewoner was Baron Rudolph van Heeckeren van Brandsenburg. In de moeilijke periode na de oorlog en ten tijde van de wederopbouw wist hij Heukelum in ere te houden. De baron overleed in 1980. Na vererving op zijn dochter werd de Heerlijkheid in 1988 door koop eigendom van H.B.M Ruyten. Deze markante kastelenverzamelaar overleed in 2021 in Indonesië. Hij is begraven op landgoed De Gelderse Toren in het Gelderse Spankeren. Tegenwoordige eigenaar en bewoner is zijn zoon J.W.B.L. Ruyten.

Het landgoed is een bijzonder compleet ensemble van huis, inboedel, archief, en park. Het wordt bewoond en is door zijn kwetsbaarheid en kleinschaligheid niet geschikt om door grote groepen bezichtigd te worden. Het huis bezit een opmerkelijke collectie antieke meubelen en porselein.

In het souterrain is in 2004 een kleine oudheidkamer gemaakt waar de zeldzame middeleeuwse Heukelumse munten te zien zijn, tal van middeleeuwse maar ook Romeinse bodemvondsten, de pruik van AC en het omvangrijke huisarchief kan hier geraadpleegd worden.

Rondleidingen voor oudheidkundige verenigingen en serieus belangstellenden worden wel georganiseerd. Verzoeken hiertoe kunnen per post met motivatie ingediend worden.